Pagina's

donderdag 5 oktober 2017

Petrus' Pinksterpreek (2)

https://cip.nl/64361-het-geheim-van-de-succesvolle-pinksterpreek-van-petrus

Het geheim van de 'succesvolle' pinksterpreek van Petrus
Petrus trok jarenlang op met de Here Jezus en hield op de Pinksterdag een toespraak die grote impact had op de toehoorders. Het geheim van die ‘succesvolle’ preek, die tot de bekering van duizenden mensen op één dag leidde, lag in de kracht die de Heilige Geest eraan verleende.
Petrus was niet uit op het strelen van de oren van zijn gehoor en wat hij deed was ook niet zonder gevaar. In het Jeruzalem waar zijn Meester Zijn leven had afgelegd, maar ook weer had teruggenomen, klonk het vlammende: “Deze Jezus, die jullie gekruisigd hebben!” (Handelingen 2:36). Het zal je maar gezegd worden… WAT NU? De toehoorders hadden de gebeurtenissen waarover Petrus sprak in de voorgaande weken veelal of zelf meegemaakt, of er in ieder geval over horen spreken. De woorden, wonderen en confrontaties met de gevestigde geestelijke orde die Jezus Christus had laten zien, waren zeker niet onopgemerkt gebleven. Het was opmerkelijk hoe de massa van een ‘Hosanna’ op ‘Palmpasen’ in korte tijd was overgegaan naar een ‘kruisig Hem’! Aldus was geschied en de aanwezige toehoorders kenden door de scherpe woorden en het overtuigende werk van de Heilige Geest hun aandeel en schuld in het verwerpen van de lang verwachte Messias. Ze riepen het wanhopig uit: “Wat nu? Wat moeten we nu doen?” Door diezelfde Geest gewerkt, geloofden de aanwezigen vervolgens ook dat diezelfde Jezus de oplossing is voor hun schuld. Diezelfde Geest die hen eerst als het ware pijn deed en in het hart verwondde, werd als genezer van die pijn nu aan een ieder van hen persoonlijk als het voor de eeuwigheid noodzakelijke onderpand beloofd (Handelingen 2:38).

De Here toonde Zijn kracht
In de afgelopen eeuwen en zelfs nog geen honderd jaar geleden hebben we ook in Europa soortgelijke gebeurtenissen als op de Pinksterdag zien gebeuren. Ook in Nederland kennen we seizoenen waarin God in Zijn genade een meer dan gemiddelde werkzaamheid van Zijn Geest schonk. Kunnen gebeurtenissen als tijdens Pinksteren ook vandaag nog plaatsvinden? Ik geef slechts een stuk geschiedschrijving weer en u mag dan vervolgens zelf oordelen. Ik geef u voorbeelden uit ‘Nieuw Engeland’, Nederland, en Groot Brittannië.
IN HET JERUZALEM WAAR ZIJN MEESTER ZIJN LEVEN HAD AFGELEGD, MAAR OOK WEER HAD TERUGGENOMEN, KLONK HET VLAMMENDE: “DEZE JEZUS, DIE JULLIE GEKRUISIGD HEBBEN!”
Ds. Jonathan Edwards, Noord-Amerika, 1735
“Degenen die vroeger zich veilig wanend en gevoelloos leefden, zijn nu gevoelig gemaakt dat zij op weg naar het verderf waren. Sommigen zijn meer plotseling gegrepen. Anderen zijn meer geleidelijk ontwaakt. Hun roep was: Wat moeten wij doen om zalig te worden?”
Ds. G. Kuypers, Nijkerk, Nederland, 1749
“Velen weenden hardop, vielen bevend neer, konden niet staan vanwege de indrukken van hun zielennood op hun lichaam. Overal was geklaag en geween en vroeg men: wat moeten wij doen? Hij hield alle bekommerden de weg tot het heil in Christus voor.”
Ds. Duncan Campbell, Lewis, Hebriden, 1949
“Gisteren sprak ik op drie overvolle bijeenkomsten. Tijdens de laatste toonde de Heere Zijn kracht op een genadige manier, en de roep van de bekommerden klonk door heel de kerk. De mensen wilden niet meer weg, we deden wat we konden om hen tot Christus te leiden.”
Zo zouden er nog talloos meer voorbeelden te geven zijn, ook vanuit nog andere plaatsen op deze wereld. Een bekende Bijbeltekst zegt: ‘Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde’ (Hebreeën 13:8). Ik zou er aan willen toevoegen: ‘en de Geest van Christus is dus ook dezelfde.’

Ritselingen
Ook in onze dagen kunnen mensen getuigen dat de Geest van God overtuigend werkt in harten van mensen en hen wijst op Christus. Ik kijk met weemoed terug op een aantal bidstonden in Rotterdam waar het gedurende een periode ‘anders dan anders was’. Daar kregen we, met enkelen uit de gemeente waartoe we toen behoorden, een aantal keer onder tranen zicht op Gods grootheid, Zijn heiligheid en daardoor onze nietigheid.
De hoopvolle voortekenen hebben toen helaas niet tot een opwekking geleid. Ik weet ook van een jongerenbeweging, waarin men op conferenties en andere samenkomsten meerdere malen een soort ‘ritselingen’ van de Geest heeft mogen meemaken en er bovengemiddeld veel mensen na overtuiging van zonde mochten zien op de Here Jezus als hun Zaligmaker. Ze zagen in dat Hij als enige de kloof tussen God en mens kon dichten door zelf alle zonde op Zich te nemen. Overigens is natuurlijk iedere echte bekering het werk van Gods Geest.
WEES EXTRA OP JE HOEDE ALS ER IN SAMENKOMSTEN GESTELD WORDT DAT JE ‘NIET BANG’ HOEFT TE ZIJN VOOR DE HEILIGE GEEST EN DE VERSCHIJNSELEN DIE KOMEN GAAN.
Blijdschap
Is het u weleens opgevallen dat er in Handelingen 2 staat: ‘zij die zijn woord met vreugde aannamen’ (vers 41)? Deze vreugde kan als emotie volgen wanneer er opluchting is na eerder ervaren verdrukking. Het leidt tot vreugde wanneer je beseft er in Gods oordeel met geen mogelijkheid goed vanaf te kunnen komen, maar dat diezelfde God in Zijn genade de uitweg heeft gewezen door geloof in en de gave van Zijn eniggeboren Zoon. Het is niet voor niets dat de Geest van God, die op Christus wijst, de Trooster wordt genoemd (Johannes 15:26). Bij de ‘vrucht van de Geest’ in Galaten 5:22 wordt ook als kenmerk ‘blijdschap’ genoemd.
Het is bijzonder dat bij het werken van de Geest ook het beleven van emoties aangesproken wordt. Dit dan niet als een losstaand iets en ook niet om eens een keer iets bijzonders te beleven, maar dat altijd in relatie tot een besef en doorleven van de heilsfeiten.
Het gaat om Christus

Bij het werk van de Geest gaat het in eerste instantie dus niet om mij, maar zelfs in het overtuigende en bekerende werk van de Geest wordt vervolgens gewezen op Christus en Zijn Naam verheerlijkt. Vele zogenaamde opwekkingen en samenkomsten met ‘manifestaties van de Geest’ kunnen de toets van de Bijbelse kritiek dan ook niet doorstaan. Wees extra op je hoede als er in samenkomsten gesteld wordt dat je ‘niet bang’ hoeft te zijn voor de Heilige Geest en de verschijnselen die komen gaan. Dat is toch vreemd, als het hier zou gaan om de Geest van Christus, die als uiteindelijk doel heeft om alleen naar Hem te wijzen? Waarom zou je ‘los’ op zoek gaan naar meer van de Geest en het beleven van allerlei verschijnselen? Ga op zoek naar de persoon van de Here Jezus Christus, verdiep je in wat Hij voor je gedaan heeft, doet en nog wil doen en je zult vervolgens door de werkzaamheid van Zijn Geest ervaren en bemerken dat je uiteindelijk weer bij Hem uitkomt! Pasen en Pinksteren vallen dan daadwerkelijk op één dag. Zei Paulus het al niet: ‘want ik had mij voorgenomen niets anders onder u te weten dan Jezus Christus, en Die gekruisigd’ (1 Korintiërs 2:2). Dat was pas een boodschap die gepaard ging met kracht!
Zie de Pinkstervreugde
Een bidden om de doorwerking van Gods Geest, een bidden om opwekking, is daarom een bidden om het verstaan (bij onszelf en anderen) wat God de Vader door het zenden van Zijn Zoon gedaan heeft. Dat is ook een bidden om moed en vrijmoedigheid om het Evangelie aan anderen door te geven. Het is een gebed dat zij die Jezus niet kennen Hem zullen gaan kennen. Zou dat sowieso niet wat makkelijker gaan als ze bij christenen meer zouden zien van een door de Geest gewerkte Pinkstervreugde?
Deze bijdrage van Wilco Sliedrecht verscheen in Het Zoeklicht.

Petrus' Pinksterpreek (1)

https://cip.nl/64029-de-pinksterpreek-van-petrus-had-levensveranderende-impact

De toespraak van Petrus had levensveranderende impact



“I have a dream!,” zo klonk het tientallen jaren geleden. Iemand met een beetje kennis van geschiedenis (of een oudere leeftijd) weet deze uitspraak direct aan persoon en gebeurtenis te koppelen. In de nabije en vroegere geschiedenis zijn toespraken gehouden die een diepe impact op de actuele en zelfs latere hoorders hadden.
Dr. Martin Luther King en recenter Barack Obama en onze ‘eigen’ Frans Timmermans hadden of hebben de gave om direct vanuit hun hart een belangrijke boodschap dichtbij andere mensen te brengen. Bewogenheid, betrokkenheid met het thema, maar ook een stukje natuurlijk charisma, zijn denk ik een aantal redenen waarom toespraken van deze mensen meestal wel bij de toehoorders aankwamen. Ook de apostel Petrus heeft meerdere malen een toespraak gehouden die diepe impact op de hoorders had. Waar het bij de oud- president van de Verenigde Staten Obama of voormalig minister Timmermans om emotionele en levensbelangrijke zaken in het ‘hier en nu’ ging, had de toespraak van Petrus een levensveranderende impact met eeuwigheidswaarde.
Intensieve jaren voor Petrus
Er waren drie enerverende jaren aan voorafgegaan. Nadat Petrus de netten van zijn vissersbedrijfje had neergelegd, volgden er intensieve jaren van veel reizen, schokkende, wonderlijke en mooie gebeurtenissen, slaapgebrek, complimenten, maar ook berispingen van de rabbi die hij navolgde. Het waren ook gloriejaren! Hij zag hoe zijn schoonmoeder van het ene op het andere moment door een machtswoord van de Meester herstelde van een ziekte. Hij zag bij tijden een ‘open hemel’, hoorde zelfs letterlijk de indrukwekkende stem van God, zag Jezus op een wijze die slechts weinigen gezien hebben, maar maakte overigens ook daarna direct dan maar weer een foute opmerking. Het waren intensieve jaren waarbij regel matig ‘de hemel de aarde raakte’. Ondertussen merkte Petrus wel de steeds grimmiger wordende gezichten van de Joodse leiders en geestelijken op en ook hun opmerkingen lieten weinig te raden over. Nee, zij volgden Hem niet, zij wilden eerder van Hem af. Soms verwarde Jezus met Zijn uitspraken en daden overi gens ook Zijn volgelingen wel. In de verwachting van een Messias, het herstel van een Joods Koninkrijk, in een tijd van Romeinse bezetting en onderdrukking, zou een bevrijder meer dan welkom zijn. Maar die daden van de vestiging van een koninkrijk bleven uit. De weg van Jezus was anders, die weg leidde naar en door de dood heen. “Is dat, is dat uw koning?”
HET IS OPVALLEND DAT PETRUS IN ZIJN TOESPREEK TERUGGRIJPT OP VOOR DE AANWEZIGEN BEKENDE TEKSTEN UIT WAT WE NU HET OUDE TESTAMENT NOEMEN EN DIT DOORTREKT NAAR EN TOEPAST OP DE RECENTE GEBEURTENISSEN MET JEZUS.
Voor Zijn lijden en sterven had Jezus overigens wel iets merkwaardigs gezegd (Johannes 16:7). Hij had gezegd dat de dag van Zijn verdwijnen zou komen en dat dit zelfs voor hen beter zou zijn. Zijn weggaan zou zelfs de voorwaarde zijn voordat die mysterieuze Heilige Geest zou kunnen komen. Tja, en Petrus… Wat moeten we van hem zeggen in de laatste uren van Jezus leven? Die ogen, die ogen van de Meester; wat keken die indringend, verdrietig makend en die overtuigden hem na het hanengekraai dieper dan hij aankon. Hij had als ‘haantje de voorste’ beter wat vaker die grote mond van hem kunnen houden. Wat viel hij zichzelf tegen… Maar Petrus had na de gevangenneming van Jezus nog meer gezien. Hij zag een stervende Jezus, een gestorven Jezus en een verzegeld graf. Daarna zag hij een leeg graf en uiteindelijk ook Jezus zelf weer. Een opgestane, levende Jezus! Petrus werd hersteld, kreeg de belofte weer ingezet te zullen gaan worden (Johannes 21:15-18) en zag zijn Meester uiteindelijk op de wolken verdwijnen. Met indrukwekkende kracht en verschijnselen kwam de Geest van Christus echter na korte tijd weer terug, vervulde de apostelen en maakte hen bereid en bekwaam tot een dienstbetoon zoals ze nooit hadden kunnen waarmaken in eigen kracht.
Vlijmscherpe boodschap
Vanuit die kracht houdt Petrus een toespraak, een preek (Handelingen 2:14ev), en spreekt zoals hij nog nooit eerder gesproken heeft. Let wel: dat Petrus naar voren stapt en het woord neemt, was niet vanzelfsprekend en ook niet zonder gevaar. Het was in precies dezelfde stad waar nog maar enkele weken tevoren de Heiland was opgepakt, gevangengenomen en na brute mishandeling vervolgens aan een kruis ter dood werd gebracht!
Het is opvallend dat Petrus in zijn toespreek teruggrijpt op voor de aanwezigen bekende teksten uit wat we nu het Oude Testament noemen en dit doortrekt naar en toepast op de recente gebeurtenissen met Jezus. Vervolgens spaart hij zijn toehoorders niet en probeert zijn gehoor niet op vlijende wijze voor zijn boodschap in te winnen. Vlijmscherp klinkt het: “Deze Jezus, die jullie gekruisigd hebben! Jullie zijn schuldig aan die bloederige, vreselijke gebeurtenissen van een paar weken geleden! Weten jullie wel wie je vermoord hebt?” Vervolgens gaat het in de boodschap door naar het komende oordeel, dat zonder bekering onontkoombaar is.
Tussen haakjes: ik ben benieuwd hoeveel voorgangers er met deze boodschap weg gekomen zouden zijn. Ze zouden waarschijnlijk beschuldigd worden een genadeloze boodschap van ‘hel en verdoemenis’ te brengen en waarschijnlijk geen volgende keer uitgenodigd worden om nog eens te komen spreken. Tegelijk stel ik de vraag hoeveel van de kracht van de Geest we nog kennen in de boodschappen die we wekelijks(?) horen. Een harde boodschap, die niet vanuit de levensveranderende Geest van God voortkomt, kan anderzijds heel veel schade aanrichten. Dit is helaas in sommige kerken ook daadwerkelijk het geval. Het effect van Petrus’ PinksterPreek is ook nadien overweldigend. In zeer velen heeft de Geest van Christus een overtuigend werk gedaan en met een terecht besef van schuld roepen ze het uit: “Wat nu? Wat moeten we nu doen?” Dan wijst Petrus deze ‘verslagenen van hart’ ook de uitweg. Door een weg van bekering en de dood en opstanding van de door hen gekruisigde Christus is er een uitweg uit het anders onvermijdelijke oordeel.
Een uitgesproken gemeente
De eerste jaren van de christengemeente van nieuwe gelovigen waren, zo lezen we verder in Handelingen, ook glorieus. We lezen dat de gemeente zeer hecht op elkaar betrokken was, vasthoudend gebruik maakte van de heilsmiddelen en ook de beloofde tekenen en wonderen gebeurden veelvuldig ter bevestiging van de waarheid en kracht van de Evangelieboodschap. Maar ook de keerzijde was veel uitgesprokener; het ‘weest heilig, want Ik ben heilig’ was meer dan in onze dagen een vanzelfsprekendheid. Met een klein leugentje om er ook bij te horen, kwam je in die dagen niet gemakkelijk weg en de niet-gelovigen hielden uit vrees toch maar wat afstand (Handelingen 5:13). Wat een verschil met heden ten dage, waar we op allerlei manieren proberen onze diensten (en de boodschap?) laagdrempelig te maken en waarbij zelfs voorgangers met een dubbelleven het presteren om zonder ingrijpen van Boven nog week aan week te blijven doorpreken. Is het voorgaande een eenmalig gebeuren, of mogen we gelijksoortige zaken ook vandaag de dag verwachten? ‘Pinksteren’ is uiteraard een unieke gebeurtenis in de heilsgeschiedenis. Door Jezus zelf als ‘de belofte’ aangekondigd, zien we ook al in het boek Handelingen meerdere bijzondere manifestaties van Gods Geest (Handelingen 4:31, 8:17).
Deze bijdrage van Wilco Sliedrecht verscheen in Het Zoeklicht.

KSB; Sprookje of nachtmerrie?


Kwa Sizabantu; van sprookje tot nachtmerrie?

Door: Drs. Wilco Sliedrecht, arts

Het is nu zo’n 10 jaar geleden dat een grote golf van onrust het zendingswerk Kwa Sizabantu uit Zuid Afrika aandeed. Kwa Sizabantu (Zoeloe voor ‘Plaats waar mensen geholpen worden’) stond tot die tijd voor een betrouwbare ‘opwekkingsbeweging’ die onder leiding van de Zuid- Afrikaan Erlo Stegen als baken van licht en hoop vele mensen aansprak. Vele mensen verlangen en verlangden naar een ‘opwekking’.  Erlo Stegen had en heeft die naar eigen zeggen al sinds 1966.
Ook mij sprak dit in het bijzonder aan. Nadat ik tijdens het meehelpen aan een ‘Er is Hoop’ evangelisatiecampagne in mijn geboortestad Gouda wonderbaarlijk genoeg zelf tot geloof kwam; waren de Heere en Zijn Woord mij kostbaar geworden. Enkele zonden waardoor ik jarenlang beheerst werd, verloren vanaf dat moment hun aantrekking en kracht. Mijn mond liep naar vrienden en leeftijdgenoten over van waar mijn hart vol van was. De Bijbel was een levend boek voor mij geworden en de overige boeken die ik las gingen over zaken als ‘zekerheid van geloof’, ‘heiliging’ en ‘opwekking’.
Het duurde niet lang of ik kreeg het boek “Opwekking begint bij jezelf” van Erlo Stegen in handen en las het ademloos uit. Hierin werd verhaald hoe Erlo Stegen en enkele medewerkers na het bestuderen van het Bijbelboek ‘Handelingen’ meer en meer van zonden overtuigd werden en hoe na enige tijd na het horen van het geluid van een ‘geweldige wind’ de mensen uit de omgeving in bosjes als vanzelf naar hen toe kwamen. Zij biechtten hun zonden op, bekeerden zich en leefden een nieuw leven. Ook zouden vele bezetenen vrijgemaakt zijn en werden zieken genezen; soms spontaan, maar meestal na een uitgebreide zondebelijdenis.
Ik genoot van het lezen en het wakkerde mijn hoop aan dat God ook in onze dagen nog wil werken als in de tijd van Handelingen. Het was mijn droom dit ooit zelf mee te maken; een soort sprookje.
Al snel begon ik eind jaren ’90 diensten te bezoeken die door de Nederlandse Kwa Sizabantu- tak werden georganiseerd. Onder de indrukwekkende boodschappen van een Franse evangelist en een Duitse ex- gangster groeide in mij een last en schuld. Dit bereikte tijdens een conferentie in Zwitserland een climax; waarop ook ik alle bewuste zonden uit het verleden in een gesprek met iemand erbij heb opgenoemd en er met mij voor gebeden is.
Ik ben daarna overgegaan naar de Kwa Sizabantu gemeente die indertijd in een schoolgebouw in Zeist samenkwam. Wat mij aansprak was de radicale prediking waarbij er in het leven van een christen geen ruimte was voor enige zonde. Zelf was ik teleurgesteld geraakt in mijn eigen Hervormde Gemeente waar er niet zo radicaal werd gepreekt en geleefd. Toen ik eens een predikant aansprak op het inzegenen  van het huwelijk van mensen die ongehuwd samenwoonden; gaf hij als antwoord dat hij er “vrede over had” om dit zo te doen.  Naar mijn stellige overtuiging botste dit met wat de Bijbel hier over zegt.
Intussen ging ik er mee door om regelmatig in pastorale gesprekken oude en nieuwe zonden te belijden. Waar dit eerst een gevoel van vrijheid gaf, kwam er niet veel later een druk. De predikingen hadden namelijk steeds de volgende impliciete ondertoon: “Zonder zondebelijdenis geen opwekking en door het niet belijden van zonde kon je redding weer op het spel komen te staan”.
De druk werd tot angst en onzekerheid; geholpen door verhalen over mensen die onverwachts uit het leven werden weggerukt en die daarvoor “hun leven niet met God in orde hadden gemaakt”. Maar ook het omgekeerde werd verhaald: “gelukkig had hij van tevoren allerlei zonden gebiecht”. Dit had deze personen kennelijk de toegang tot de hemel verschaft.
Wat verder opviel waren de nadruk op seksuele reinheid tussen jongens en meisjes en op weg naar een huwelijk. Op bovennatuurlijke wijze was in het opwekkingsgebied door een droom geopenbaard hoe een man en vrouw dit huwelijk behoorden in te gaan. God sprak tot de man, de man besprak dit in een pastoraal gesprek en als ze zeker waren van Gods wil benaderde de ‘zielzorger’ de beoogde huwelijkspartner. Deze vrouw ging vervolgens ook naar God om het voor te leggen en als het antwoord ‘ja’ was volgde een verloving en een huwelijksdienst. Reinheid was dit: voor het huwelijk was er zo min mogelijk- liefst geen- contact tussen de twee. Dit was zo geopenbaard als Gods weg.
Na enkele jaren bemerkte ik dat dit warempel zo kon werken. Door gedachten en allerlei toevalligheden kreeg ik de overtuiging dat een nog jong meisje mijn toekomstige vrouw zou worden. Toen ze oud genoeg was heb ik haar (ik was toen begin 20) laten vragen; en ook zij kreeg de bevestiging dat dit goed was. In mei 2000 zijn we getrouwd.
In de jaren daarvoor was ik me ook anders gaan kleden, heb ik de TV de deur uit gedaan en keek laagdunkend neer op de traditionele kerken en andere christenen die minder heilig waren en minder licht hadden dan onze groep die met een “opwekking van God” in contact stonden. Veelvuldige conflicten tussen mij en familie waren ook een gevolg.
Rond het jaar 2000 kwam er een stroom van berichten en geruchten op gang over Kwa Sizabantu. De beschuldigen kwamen neer op vele zaken waaronder ‘machtsmisbruik’,  ‘exclusiviteitsdenken’, schending van het biechtgeheim, gedwongen huwelijken en scheidingen en zelfs het ‘onder de pet houden’ van seksueel misbruik. In het Reformatorisch Dagblad verschenen ook vele berichten. Een ware ‘exodus’ van volgelingen van ‘Kwa Sizabantu’ volgde.
Hoewel vanuit de leiding ontraden werd de kritische berichten te lezen, las ik ze wel. Door de leiding van Kwa Sizabantu werden de berichten als ‘laster’ en ‘werk van de duivel’ omschreven. Ik correspondeerde met enkele berichtgevers; maar dan om hun ongelijk aan te tonen.
Langzaam begon ik los te weken uit de structuren en gedachtewereld van Kwa Sizabantu. De beloofde opwekking die door bekering en belijden van zonden ook in Nederland zou uitbreken kwam maar niet. Van enkele grote verhalen kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat ze gewoonweg niet waar of overdreven waren. Maar mijn grootste (her) ontdekking was dat we God niet door ons heilig leven tevreden kunnen stellen, maar dat we totaal van Jezus Christus en Zijn Geest afhankelijk zijn om verzoend te worden met God en een Hem welgevallig leven te lijden. Ik was net zoals de Galaten betoverd en was een ander Evangelie gaan geloven.
Door het lezen van werken van de 18e eeuwse prediker Jonathan Edwards en de 19e eeuwse prediker Charles Haddon Spurgeon kon ik het nog enkele jaren onder de wettische en op zonde gerichte prediking van Kwa Sizabantu uithouden. Mijn vrouw kwam steeds depressief uit de diensten. In 2004 zijn we overgegaan naar een kerk in onze woonplaats Rotterdam.  De genadevolle en Bijbelse prediking waren als zalf voor onze wonden en zonden.
Hoewel er in de jaren die volgden in preken en gesprekken veel lelijks werd gezegd over mensen die Kwa Sizabantu verlaten hadden, kon ons dat niet veel schelen. We waren uit hun macht en invloed weg. Hoewel mijn schoonfamilie wel betrokken bleef, wilde ik dit hoofdstuk uit mijn leven zo snel mogelijk afsluiten. Het goede dat ik ontvangen had wilde ik behouden; de rest vergeten.  Nu en dan lazen we berichten op een website van ex- aanhangers en hadden we contact met enkelen; we zagen veel pijn, onzekerheid en geloofscrises.
Wat ik zelf aan die tijd heb overgehouden is een scepsis ten opzichte van ‘grote geestelijke verhalen’ en een huiver voor manipulatie en geestelijke afwijkingen. Ik heb me voorgenomen nooit meer tegen mijn overtuiging en de Bijbel in dingen aan te nemen of te doen. Toch geloofde ik min of meer steeds dat het hier in oorsprong een goede boom met hier en daar wat verrotte vruchten betrof.  Steeds meer ging ik het geheel als een beweging ‘met sektarische kenmerken’ zien.
Sinds kort ben ik me noodgedwongen –door vertrek van enkele nabije mensen- weer in de achtergrond en verhalen gaan verdiepen. Enkelen gaan nu op heftige wijze door het proces waar wij al enkele jaren geleden door heen moesten.
Het is schokkend wat ik tegenkwam. Iemand uit de beginjaren van ‘de opwekking’ ontkende dat het ooit zo massaal was als in de boeken en preken beschreven werd. Hij wist van geen grote genezingswonderen. Een sprookje dus? Sommigen vrouwen waren of zijn doodongelukkig in hun huwelijk.  In de predikingen werd namelijk bijna uitsluitend aandacht geschonken aan de opstelling van de vrouw ten opzichte van de man; en niet dat de man zijn vrouw moet liefhebben zoals Christus de gemeente.  Enkelen twijfelen of het werkelijk God was die hen bij elkaar heeft gebracht.  Anderen getuigden van seksueel misbruik door hun ‘zielzorger’; mannen die in het geheim andere dingen deden dan ze preekten. De slachtoffers zijn te bang of beschaamd om aangifte te doen of zien de ongewenste intimiteiten nog steeds als “eigenlijk goed bedoeld”. Ondanks dat dit in de hogere regionen van de organisatie bekend is, staan enkelen nog steeds op hun verkregen en hooggeachte positie. In de Nederlandse beweging is er onder de verschillende leiders sprake van twist en onenigheid. Naar buiten en de gemeente toe speelt men mooi weer.
Voor mij is het opwekkingssprookje inmiddels een nachtmerrie geworden; ik hoop en bid dat de vele dromers spoedig wakker worden. Naast de enkele tientallen die nog bij de Nederlandse Kwa Sizabantu zending betrokken zijn, zijn er in Nederland naar schatting vele duizenden die bij sektarische gemeenten of organisaties betrokken zijn. Ik hoop dat wij als kerken bij een nieuwe exodus van verdwaalde schapen in staat zijn hen op te vangen en hen kunnen verwijzen naar de opperherder Jezus Christus.

Boekje open over Kwa Sizabantu


RD 2010


Verlangen naar opwekking en een radicale prediking. Dat sprak Wilco Sliedrecht aan in de prediking van Erlo Stegen, oprichter van de Kwa Sizabantu Zending (KSB) uit Zuid-Afrika. Hij stuitte echter op allerlei misstanden en trad daar recent mee naar buiten. „Ik hoop dat mensen wakker worden.”
Geen ruimte voor zonden en nadruk op seksuele reinheid. Dat waren belangrijke kenmerken van de prediking van Erlo Stegen.
Sliedrecht was actief in de beweging van Kwa Sizabantu Zending. Hij verdedigde de beweging zelfs door dik en dun. Maar rond het jaar 2000 begon het gebouw langzaam in te storten. Mediaberichten over machtsmisbruik, schending van het biechtgeheim, geestelijke manipulatie, gedwongen huwelijken en het onder de pet houden van seksueel misbruik leidden volgens Sliedrecht tot een ware exodus van volgelingen van Kwa Sizabantu. Ex-leden verenigden zich in groepen en zetten een websites op.
De situatie bij Kwa Sizabantu is erger dan je denkt, blikt Sliedrecht, als arts werkzaam in Rotterdam, terug. Hij brak in 2004 met de beweging. Hij voelt zich nu schuldig omdat hij in het verleden Erlo Stegen publiekelijk heeft verdedigd. „Ik wil met deze publieke bekentenis die periode corrigeren. Jaren heb ik gezwegen en de zaak willen laten rusten. Recent zijn meerderen uit KSB vertrokken. Zij beschreven nog dezelfde gang van zaken en prediking als die waar ik mee te maken had. Ik heb de indruk dat de beweging weer een comeback beleeft en daarom wil ik mijn waarschuwende stem laten horen.”
Het moeilijke is dat Kwa Sizabantu de schijn heeft een Bijbelse beweging te zijn, aldus Sliedrecht. „Als je de preken leest, zie je niet snel dat het niet klopt. Het grote probleem is dat er erg gefocust wordt op specifieke zonden, die je voor een zielzorger moet belijden. Maar in de preek wordt gedreigd dat als je de zonden weer doet, je dan eeuwig verloren gaat. Het systeem is gebaseerd op angst, angst voor straf. Je hoort zelden dat alleen het geloof in Jezus vergeving van zonden brengt. Het gaat feitelijk om een rechtvaardiging door de werken. Je wordt geheel op jezelf teruggeworpen.”
De vruchten van Kwa Sizabantu wijzen uit dat de praktijk niet deugt. „De crux ligt in het geheimenis van de wedergeboorte. Het christenleven bestaat niet uit een praktische reeks van regels en voorschriften. Er wordt binnen de beweging gewezen op allerlei specifieke zonden, die soms heel gedetailleerd beschreven worden. Deze worden dan in een gesprek verteld aan een zielzorger. Maar je zou direct tot Christus Zélf moeten gaan.
Natuurlijk is het goed om bepaalde zonden niet toe te laten, maar uit welke bron doe je dat? Het leven van de overwinning is mogelijk door de inwonende Geest. Daarnaast moet je weten dat je positie in Christus vastligt. Dat is heel wat anders dan wanneer geleerd wordt dat je alsnog verloren gaat bij het vallen in de zonde.”
Het probleem is dat gemeenteleden sterk afhankelijk gemaakt worden van de geestelijke leider, zegt Sliedrecht. „Dan ligt het gevaar van machtsmisbruik gauw op de loer. Bij deze beweging spelen op de achtergrond ook nog veel bovennatuurlijke en buitenbijbelse openbaringen. De leider staat dicht bij God, dus daarom moet je voorzichtig zijn met kritiek.”
Is Kwa Sizabantu een sekte?
„Toen ik er net uit was, noemde ik het een beweging met sektarische trekken. Nu ben ik meer geneigd om van kenmerken van een sekte te spreken. Veel mensen zijn ziek geworden, ook psychisch. Ze zijn onzeker geworden in het leven en over God. Ik heb dingen met geestelijk leiders meegemaakt en over hen gehoord die er niet om liegen. Kwa Sizabantu past zich als een kameleon aan aan de kritiek. Ook slachtoffers hebben soms de neiging de leiders te verdedigen. Men heeft de kans om zaken uit het verleden publiekelijk recht te zetten, niet aangegrepen.
Ik ben ervan overtuigd dat ik rond mijn vertrek en ook daarna genoeg geschreven en besproken heb. Ik wil niets liever dan dat mensen het Evangelie horen en niet in een systeem terechtkomen. Ik wil overigens niet ontkennen dat ik ook goede dingen gezien en meegemaakt heb. Overal waar de Bijbel opengaat en oprechte christenen samenkomen, kan God werken. Maar voor velen is het opwekkingssprookje een nachtmerrie geworden. Ik hoop en bid dat de vele dromers met mij spoedig wakker worden.”

dinsdag 27 juni 2017

Achter Jezus aan… Van Saulus tot ‘Jihadi John’-types

Een aantal jaren geleden zag ik op het internet een filmpje dat indruk op mij maakte. Er was in een Engelse talentenshow een huisvrouw die voor de jury een lied ten gehore wilde brengen. Zij was enigszins merkwaardig gekleed en door haar wat mollige uiterlijk en oubollig kapsel had zij al snel de lachers op haar hand. Het publiek en de jury lachten haar echter niet toe, maar uit. Totdat zij haar mond open- de en het lied inzette dat zij voor die gelegenheid duizenden keren geoefend zal hebben. Spottende glimlachjes veranderden in open monden van verbazing en een enkeling pinkte een traan weg. 

Deze vrouw, Susan Boyle (1) , won later dat jaar de tv-show Brittain’s got talent en heeft inmiddels meerdere cd’s en optredens op grote podia op haar naam staan. Of ze er gelukkiger door geworden is, durf ik niet te zeggen, maar het toont wel aan hoe een mens zich enorm in een ander kan vergissen. Een mens kan zich ook enorm in ‘de Ander’ vergissen. Op het eerste gezicht is Hij ‘niet om aan te zien’ (Jesaja 53:2-3).

RADICAAL VOOR GOD
Precies zo verging het een fanatieke religieuze leider een kleine 2000 jaar geleden met de man die hij tot in het diepst van zijn wezen verachtte en ook van de volgelingen van deze Jezus moest hij niets hebben. Een bekend verhaal, maar als we het goed tot ons laten doordringen en wat dit in de actualiteit voor ons betekent kunnen ook de bekende verhalen tot grote zegen voor ons worden. Saulus had absoluut geen hekel aan de God van Israël, de God van zijn voorvaderen. Nee, daarvan moest hij juist alles heb- ben, daar had hij alles voor over. Voor God ging hij helemaal, radicaal. Er was geen opdracht en geen wet te groot of klein; Saulus ging er volledig voor. Maar de beweringen van die man uit Nazareth en zijn volgelingen waren voor hem te bizar voor woorden en gingen in tegen alles wat hij van jongs af aan over God geleerd had. Daarom wilde hij deze nieuwe sekte te vuur en te zwaard bestrijden. Dat mensen gevangen gezet werden of dit zelfs niet overleefden, deed hem niets. In naam van God wilde hij van harte meewerken aan het uitroeien van deze godsdienstige afwijking. Hij dacht God aan zijn zijde te heb- ben. Dan hoef je je ook niet schuldig te voelen over het leed dat je andere mensen aandoet. Is dit niet hoogst actueel? En hoe kun je je vergissen, terwijl je denkt goed te zitten, aan de goede kant te staan.

GOD BLEEK EEN VREEMDE VOOR HEM
Als er in Jeruzalem kennelijk te weinig christenen meer zijn om op te sporen en over te leveren om gevangen te zetten, verlegt hij de grenzen. Op weg naar het Syrische Damascus gebeurt er echter iets bovennatuurlijks. Een licht feller dan de zon op een zomerse, heldere dag verblindt hem en terwijl hij op de grond valt klinkt de stem van God: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je mij?’ (Handelingen 9:4). Het is Saulus direct duidelijk wie er tegen hem spreekt, maar toch vraagt hij aan de ‘Kurios’ wie Hij is? Dan komt de schok, de totale deceptie, dat Degene die hij met zoveel ijver bestreden had juist van jouw God afkomstig was, ja zelfs God zelf is! Deze God was hem van jongs af aan bekend, maar bleek uiteindelijk toch een vreemde voor hem te zijn. De vervolger is klein gekregen door de Vervolgde en een diep werk van vasten, gebed en berouw volgt voordat de Geest van Christus Paulus vervult en de vervolger een volger van Jezus wordt. Dat schuldgevoel kwam na zo’n ontmoeting dan ook vanzelf en is hem zijn leven lang in een gezonde vorm bijgebleven. (2)

Het is niet te bevatten hoe belangrijk Gods Geest Paulus vervolgens heeft gemaakt in de uitbreiding van het koninkrijk van Christus. Hij stichtte en versterkte vele gemeenten en een groot deel van ons Nieuwe Testament bestaat uit schrijfsels van de hand van Paulus. Ook hijzelf heeft verscheidene malen moeten ondervinden het doelwit van vervolging te worden, omdat hij nu zelf bij die Jezus hoorde en zich met vernieuwde ijver en bovennatuurlijke kracht voor Hem inzette. Paulus ging eerst achter Jezus aan als vervolger en nu achter Jezus aan als volger.

JIHADI JOHN
Het verhaal van Paulus biedt ons in deze tijd van toenemende christenvervolging en terreur door organisaties als bijvoorbeeld Islamitische Staat hoop. Er is hoop voor de meest fanatieke aanhanger van IS, als God hem in het nek- vel grijpt en Jezus hem te machtig wordt. God is in staat de hardste harten, nee zelfs dode harten, levend te maken. In 2015 maakte de toen beruchte ‘Jihadi John’ furore. Hij was het schrikbeeld van de terreur en hij draaide zijn hand er niet voor om om mensen voor de camera eigenhandig te doden. Zouden we in die tijd van iemand als hij gehoopt durven heb- ben dat hij ooit Jezus zou vinden? Het alternatief – als dat niet zou gebeuren – zou voor hem overigens een verschrikkelijk oordeel zijn. Dat is ook gebeurd; hij is met dodelijke precisie door de Amerikanen uit de weg geruimd. De ontmoeting met Jezus is voor hem ook gekomen, maar deze pakte helaas anders uit dan bij Saulus. Ook hij dacht voor zijn god goed bezig te zijn, kon daardoor gewetenloos van alles ondernemen, maar zat er in werkelijkheid totaal naast. Gode zij dank komen er af en toe ook uit radicale moslimkringen getuige- nissen van een levensveranderend werk door het ingrijpen van God zelf. Er zijn zelfs ‘Jihadi John’-types die Jezus leren kennen! Dit zijn mannen aan wier handen het bloed van christenen kleeft. Vinden wij dat zulke mensen überhaupt wel recht hebben op genade?

HET VERLANGEN VAN PAULUS
Zo blijft het verhaal van de bekering van Saulus ook in onze tijd hoogst actueel. In de gemeenten waar hij later voorging moeten ook wel eens familieleden of vrienden gezeten heb- ben van christenen die dankzij Saulus gevangen zaten of zelfs gedood zijn. Het leed dat door hem is aangericht was enorm. In Christus en met elkaar gelukkige gezinnen werden uit elkaar getrokken door de godsdienstige ijver van deze man. Het is niet voor niets dat men in de beginjaren na zijn bekering regelmatig huiverig was voor Paulus. Was hij wel echt veranderd? Paulus zelf wist van de vergeving door het plaatsvervangend werk van de Ander, die voor hem gestorven was. Hij kon de onverdiende verzoening met God als geen ander in zijn brieven en preken uitleggen en na aan het hart brengen. De rest van zijn leven werd hij in beslag genomen door dat allesbeheersende verlangen ‘Hem te kennen’ (Filippenzen 3) en hij besteedde de rest van zijn leven om Hem aan anderen bekend te maken. Mogen er nog velen volgen die ditzelfde verlangen hebben! En ook met een minder heftig verleden is het wonder er niet minder groot om!

Eerder verschenen in Zoeklicht 3 van 2017

1   Susan Boyle auditie
2  1 Korintiërs 15:9 ‘ik ben de minste van de apostelen, omdat ik de gemeente vervolgd heb.’

maandag 18 mei 2015

God bezoekt een eiland; Pinksteren vandaag


De Hebriden opwekking van 1949-1952

bewerkte versie, oorspronkelijke versie is enkele jaren geleden verschenen in 'Het Zoeklicht'

Nu rond Pinksteren wordt ik weer herinnerd aan een boek wat ik indertijd na wat aarzeling toch ter hand nam. Dit boek beschrijft de opwekking die de Hebriden-eilanden - met name het eiland Lewis - van 1949-1952 aandeed.
Al vele jaren had het onderwerp opwekking mijn grote belangstelling. Ik las over de opwekkingen in New England, Canada, Nijkerk, Woudenberg, Wales en nog meer plaatsen. De gespannen verwachtingen, de gebeden en beloften ten spijt; ondanks een persoonlijke geloofsverdieping heb ik 'opwekking' als fenomeen nooit mogen meemaken,  Dit leidde bij mij tot een ‘opwekkingsmoeheid’ en misschien ook wel een stukje ongeloof dat dit in onze dagen nog mogelijk was.
Jaren geleden leerde ik, tijdens een spreekbeurt in Rotterdam, dr. Colin Peckham kennen. Ik sprak met hem en had wat e-mailcontact. Hij had een website over opwekking (1) en heeft het boek Sounds from Heaven (2) geschreven, dat handelt over de opwekking op het eiland Lewis. Zijn vrouw, Mary, was tijdens deze opwekking tot geloof gekomen en in zijn boek wordt een schets gegeven over het historische beloop.
Toen broeder Peckham een aantal jaar geleden overleed was dit voor mij de aanleiding om zijn boek te bestellen en toch ook te gaan lezen. Van begin tot eind raakte en bleef ik geboeid lezen en een vuurtje werd weer ontstoken. Hopelijk verwarmt het ook u.

Opwekking gaat in de eerst plaats om God Zelf. Het is Zijn glorietijd en opwekking is de heraut van de komst van Zijn Koninkrijk dat aanstaande is. In opwekkingstijden gaan meer mensen dan gebruikelijk over van het koninkrijk van de duisternis naar dat Koninkrijk van Licht. God lijkt zichtbaarder, tastbaarder aanwezig in een kerkelijke gemeente of zelfs streek. Deze Aanwezigheid beheerst de gedachten, gesprekken en het handelen van de mensen in die plaats. Gods Geest overtuigt mensen van zonde, gerechtigheid en oordeel, maar wijst bovenal op Jezus Christus als de uitweg.
Op de Hebriden waren meerdere mensen in gebed voor een hernieuwde bezoeking door Gods Geest. Hernieuwd, want de eilandengroep kende zelfs in de recentere geschiedenis al meerdere opwekkingen. Met name een tweetal oudere vrouwen waren in gebed en wisten vanuit de verborgen omgang met God dat een nieuwe opwekking aanstaande was.
Een predikant, Duncan Campbell, werd uitgenodigd om diensten te komen leiden, maar weigerde eerst te komen. Hij was bezig met een conferentie in Schotland. Eén van de oude vrouwen wist en geloofde dat hij toch zou komen. Bij Duncan Campbell was er vervolgens de innerlijke overtuiging dat hij toch voor een korte reis naar het plaatsje Barvas moest, hij onderbrak zijn bijdrage op de conferentie en hij ging. Zijn verblijf duurde vervolgens langer dan hij zich oorspronkelijk had voorgenomen.
Na enige tijd begon de opwekking en werden mensen door de prediking overtuigd van zonde; een toestand die in sommige gevallen dagen of zelfs weken duurde voordat het licht van vergeving en verzoening doorbrak. De Calvinistische bevolking was, ondanks ontbreken van een waar geloof, wel altijd serieus met godsdienstoefening bezig, maar ondanks dat leefden velen tegelijkertijd in zonde en had de jeugd een dubbele moraal. Vanuit het plaatsje Barvas verspreidde de opwekking zich naar meerdere plaatsen, maar ook begon er onafhankelijk hiervan, maar door dezelfde Geest, in andere plaatsen verandering te komen.

Duncan Campbell, die betrokken was bij de zogenaamde ‘Faith Mission’, kende en respecteerde de kerkelijke achtergrond van de mensen. Ook hijzelf wilde er zeker van zijn dat het God was die een mens wederomgeboren deed worden en vermeed ‘beslissingen’ en een appel op emoties. Zodoende kon Gods Geest een diep werk doen en was het Gods Geest Zelf die in mensen getuigde dat ze nu een kind van God waren geworden. Wat vanuit de mensen werd gedaan, was het zoeken van God in Woord, gebed, diensten, maar ook samenkomsten in huizen. Na afloop van de dienst konden mensen in een aangrenzende ruimte samenkomen voor nog wat persoonlijke aanwijzingen vanuit Gods Woord en gebed. In het genoemde boek staan meerdere ontroerende getuigenissen beschreven van jongeren en ouderen die vroeger of later toch in het doorbreken van Gods Licht en het zien op de Zaligmaker troost en vrede ervoeren.
Van Duncan Campbell zijn via de website www.sermonindex.net preken en getuigenissen over de opwekking te beluisteren. Deze broeder verhaalt hoe hij tijdens de Eerste Wereldoorlog op het slagveld een geloofsverdiepende ervaring had, die hem ertoe bracht om in de kracht van Gods Geest, met vrucht het Evangelie te brengen. In de jaren ’20 beleefde hij een geestelijke opwekking in zijn gemeente, maar in de vele jaren erna ontbrak deze Goddelijke zalving op zijn bediening en leven en hij beschrijft deze tijd als een ‘barren wilderness’. Hij viel ten prooi aan allerlei modernistische ideeën en God was een begrip, maar geen Leven meer voor hem. Een confronterende vraag van zijn jonge dochtertje (“Pappa, u had vroeger opwekking, waarom nu niet meer?”) brak hem. Hij stopte met al zijn dode geestelijke activiteit en bad totdat God hem opnieuw vervulde met Zijn Geest en een nieuwe periode in zijn bediening aanbrak.

Volgens zijn getuigenis ging deze vervulling met Gods Geest niet gepaard met spreken in tongen en kwam dit in de opwekking te Lewis ook niet voor. Wel worden in de getuigenissen meerdere bovennatuurlijke verschijnselen genoemd, zoals de plotselinge overtuiging van zonde bij mensen (ook buiten de diensten om), de gebedslast, het ervaren van Gods Aanwezigheid, het zien van een bovennatuurlijk schijnsel of Licht en het horen van hemels gezang. In een eerdere opwekking in de jaren ’30 waren er ook veel lichamelijke manifestaties, in de opwekking van 1949-1952 kwam dit minder voor en werd dit ook niet gezocht. Toch kwam het onder de zware overtuiging van zonde en Gods Aanwezigheid voor dat mensen niet konden blijven staan. Ook waren enkelen op zulke diepe wijze in gebed en worsteling voor Gods troon, dat ze in een toestand van trance raakten en daar soms ook visioenen, overtuigingen en indrukken verkregen. Juist op dit gebied dienen we voorzichtig te zijn en niet de fout maken om deze verschijnselen bij voorbaat af te wijzen, maar anderzijds moet men er ook niet mee aan de haal te gaan en in het verlengde ervan hiermee de verschijnselen van lachen, rollen, blaffen en vallen verdedigen.
In de Bijbel (3) zien we in de ontmoeting met God dat mensen niet meer kunnen blijven staan, of (lichamelijk) van slag zijn (inwijding tempel, Jesaja, Ezechiël), of in een toestand van extase een visioen krijgen (Petrus). Wat we wel zien in de opwekking van Lewis en in ons land in de opwekking te Nijkerk (1749), is dat lichamelijke manifestaties niet aangemoedigd werden en dat mensen voor wie het allemaal even te veel werd, beter uit de diensten verwijderd konden worden (zonder dat dit van invloed was op het al dan niet doorgaan van Gods werk). Hysterie werd niet gezocht, gewaardeerd en getolereerd.
Duncan Campbell verhaalt ook van confrontaties met de macht der duisternis. Tijdens een dienst ervoer hij totaal gebonden te zijn en had geen vrijheid om te kunnen preken. Achterin de ruimte waren een aantal mannen binnengekomen, waarvan hun gezichten, volgens Campbell, de tekenen vertoonden van bezetenheid. Zij waren gekomen om de dienst te verstoren. Duncan Campbell ervoer toen dat hij een jonge broeder moest vragen om te bidden en na een intensieve tijd van gebed kwam de doorbraak en werden meerdere mensen, waaronder de genoemde mannen, overtuigd van zonde en gered! De duivel werd weerstaan en moest plaatsmaken voor Gods Geest.

In een drukke, geseculariseerde maatschappij en kerk zoals wij die nu vaak kennen, komt de intensiteit en vorm van het geloofsleven op de Hebriden van toen misschien wat bevreemdend over. In die jaren was God niet het bijvoeglijk naamwoord, maar Het Onderwerp van het leven. Als kenmerken van de opwekking zou ik het volgende noemen: Gods Woord in kracht gebracht, intensief en aanhoudend gebed, eenvoudig en rein leven. De Bijbelse noties van Gods heiligheid, schuld, zonde en Gods onverdiende liefde en de noodzakelijke verzoening door Jezus’ bloed werden weer levende begrippen. Zouden we hiervan niet meer ervaren als we meer tijd voor de omgang met de Allerhoogste zouden vrijmaken?

drs. Wilco Sliedrecht

1 www.revivals.org.
2 Sounds from Heaven, Colin & Mary Packham o.a. te bestellen via www.bookdepository.com.
3 2 Kronieken 5:14, Ezechiël 3:15, Jesaja 6:5, Handelingen 10:10

Op weg met God

‘U bent met al mijn wegen vertrouwd’ (Psalm 139:3, HSV)
eerder geplaatst in Het Zoeklicht (2014) en een samenvatting op CIP.nl: artikel vakantie Zoeklicht CIP

Eens per jaar is er sprake van een ongekende volksverhuizing, die zijns gelijke in de wereldgeschiedenis waarschijnlijk niet kent. Volksstammen pakken hun biezen en geven vrijwillig hun luxe en comfort op om meestal op minimaal een iets minder comfortabele wijze als gebruikelijk op een andere locatie dan hun vaste standplaats een aantal weken te bivakkeren.

De normaliter toch wel vrij ruime auto blijkt opeens te klein als een gedeelte van de inboedel naar een andere plek dan de vaste woon- en verblijfplaats moet worden verhuisd. De vraag komt op waarom de koffers en tassen niet groter gemaakt worden dan de gebruikelijke standaardmaten om de gewenste inhoud er in kwijt te kunnen. Vervolgens rijst de vraag op waarom de auto niet groter gemaakt is dan de gebruikelijke standaardmaten om die uitpuilende koffers en tassen kwijt te kunnen.  
Gaat de Senseo ook mee?
Er aan voorafgaand is al dan niet aan de hand van lijstjes geturfd of alles wat mee moet ook wel daadwerkelijk is meegegaan. Iedere vakantieganger heeft zo ook nog eens zijn of haar eigen wensenlijstje. Berucht zijn de avonturiers die vol goede moed een grote stapel boeken meenemen ‘om ze eens een keer uit te kunnen lezen’. Naast dat dit voornemen zelden werkelijkheid wordt, wordt hierdoor ook nog eens veel bagageruimte opgeslokt. Ook allerlei andere luxezaken en speeltjes worden soms van A naar B meegesleept om toch enigszins aan het normale huiselijk comfort tijdens het verblijf elders vast te kunnen houden. Het is soms een levensgroot dilemma of je het Senseo-koffieapparaat nu wel of niet een aantal weken kunt missen en of ‘de Wii’1 nu wel of niet mee moet. Vervolgens persen de nomaden zich tussen de inboedel, zetelen zich op hun veel te krappe zitplaatsen en zit de chauffeur met de knieën pal op het stuurwiel en dan kan eindelijk de jaarlijkse volksverhuizing beginnen. Afhankelijk van het wensenpakket voor de verblijfsbestemming wordt in één tot meerdere uren het geduld en de liefde tot gezinsgenoten danig beproefd.

Vakantiestress en andere ongemakken
Bovenstaand is de meest gangbare handelswijze beschreven, maar er zijn ook in toenemende mate mensen uit de ‘jet set’ die met een vliegtuig hun favoriete vakantiebestemming bereiken. De ontdekkingsreizen van een Marco Polo zijn immers al van te lang geleden! Daarnaast zijn er ook nog velen die een wandel- , fiets- of motorvakantie boven het reizen in een afgesloten cabine verkiezen. ‘Dichter bij de natuur’, is vaak hun motto. Echter, de bagagedilemma’s blijven vaak wel dezelfde. De massale vakantie-uittochten en de tendens tot het aangaan van steeds verdere en duurdere reizen kunnen we wel tot de typisch westerse volkstradities rekenen. Vakantie is tegenwoordig niet meer een tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden, maar het werk wordt steeds vaker gezien als een hinderlijke onderbreking van de vakantieperiode. De tendens is: vaker, langer, verder, duurder en luxer. Nu zal ik de laatste zijn om te ontkennen dat in onze hectische tijd vakantie als welkome en gezonde onderbreking van het dagelijkse ‘normale’ leven heilzaam kan zijn, maar anderzijds zijn begrippen als ‘vakantiestress’ en ‘zwarte zaterdag’ toch wel enigszins zot, als je er wat langer bij stil staat.

Bijbelse vakantie?
Het volk Israël vertrok ooit uit de hedendaags populaire vakantiebestemming Egypte en reisde vervolgens vele jaren. Het volk verbleef in de woestijn in tenten. Voor zo’n verblijft betaal je tegenwoordig veel geld. De reizen van Paulus zijn bijna spreekwoordelijk, alhoewel de hedendaagse Middellandse Zee-cruises wel wat comfortabeler en veiliger verlopen. Hoewel ‘reizen’ als begrip in de Bijbel dus veelvuldig voorkomt, zul je er het concept ‘vakantie’ zoals wij dat hanteren er niet in tegenkomen. Nu hoeft een Bijbels stilzwijgen niet gelijk te staan met ‘een verbod op’ of aan zonde, maar wellicht geeft deze constatering u wel even voor een (kort) moment stof tot nadenken. Sowieso lijkt het me dat de levensstijl ten tijde van de Bijbelse geschiedenis – behoudens de zaken als oorlogen en hongersnoden – in rustige tijden wel wat ongecompliceerder was dan die in onze huidige, jachtige tijd vol met prikkels en straling. De strenge Sabbatshandhaving stond er garant voor dat men aan de rust, godsdienstoefening en het gezin wel toekwam. Vaak gebruikte men de eigen benen als vervoermiddel en bracht men dagelijks meer tijd in de buitenlucht door dan een gemiddeld schoolkind nu in een week tijd. De westerse mens heeft daarom misschien wel harder dan toen vakantie nodig en zou deze luxe uitgangspositie optimaal kunnen en moeten gebruiken. Leven in de huidige tijd vraagt met name mentaal veel van ons.

Geloof in de kofferbak
De vakantietijd is bij uitstek geschikt om de gezinsbanden weer wat hechter aan te halen, te genieten van Gods schepping en ook om tijd te nemen voor contact met de Schepper. Hiervoor zouden echter wel bewuste keuzes gemaakt moeten worden. Deze kunnen gemaakt worden omtrent het nemen van voldoende tijd van voorbereiding op vakantie en voor het inpakken, de vakantiebestemming, de hoeveelheid geld die je op een gewetensvolle wijze al dan niet kunt spenderen en over de dingen die je al dan niet mee wilt nemen. Qua voorbereidingstijd en de reis zelf is het vaak zo dat er gedragsmatig door tijdsgebrek en te gehaast zijn op zijn zachtst gezegd ‘de vrucht van de Geest’ (zoals geduld en vriendelijkheid! - Galaten 5:22) vaak niet op de voorgrond staat. Je geloof verdwijnt in een vakantieperiode toch niet ook in de kofferbak? Vaak kan het simpelweg al behulpzaam zijn om niet direct op de dag van of vlak na de laatste werkdag het vertrek te plannen. Daarnaast zou er zo’n meerwaarde zijn als christenen daadwerkelijk dagelijks met God zouden leven en trouw zouden zijn in hun gebeds- en Bijbeltijd, maar ook als de gezinsgodsdienst weer een goed en vanzelfsprekend gebruik zou worden. In de vakantietijd wordt dit dan uiteraard gewoon doorgezet, want God gaat – met eerbied gesproken – echt niet op vakantie als wij dat gaan. Nee, Hij wil met ons mee tijdens onze vakantietijd en de voorbereiding daar op.

Reisgezel en Reisbestemming 
Dat beseffende zouden wellicht heel andere keuzes worden gemaakt. Bij de stapel boeken hoort dan in ieder geval ook de Bijbel. Daarnaast is het goed om een plan te hebben voor de zondag. Is dit een vakantiedag als alle andere, of wordt er bewust nog extra ruimte gezocht om een dienst te bezoeken of te beluisteren of deze in kleine kring zelf te beleggen. Als God niet mee mag op vakantie, of de vakantie wordt aangewend voor een godsdienstige pauze, dan speelt er een dieper probleem. Het leven met God is een voorrecht. Zo klonk het indertijd bij het reisgezelschap Israël: ‘Daarom zult u de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw kracht’ (Deuteronomium 6:5, HSV). Deze God reisde ooit naar de aarde af en kwam in de gedaante van een mens om uw en mijn zonde weg te dragen en wil uw Reisgezel en uiteindelijke Reisbestemming zijn. Misschien vindt u in de komende vakantieperiode een momentje de tijd om daar eens extra bij stil te staan? Uw verwondering met een ander delen is vervolgens ook toegestaan. Dat zal uw vakantie eeuwigheidswaarde geven.

 Wilco Sliedrecht 

 1 Voor de digibeten wat uitleg over de Wii, een spelcomputer: http://nl.wikipedia.org/wiki/Wii